Van de Mekong Delta naar Mui Ne

Hallo allemaal,

In Vinh Long in de Mekong Delta ben ik twee dagen gebleven. De tweede dag heb ik de pont naar het eiland An Binh genomen en daar rondgewandeld. Dit eiland wordt doorsneden door een heleboel grote en kleine waterwegen die omgeven worden door weelderige palmen en fruitboomgaarden. Op die waterwegen varen allemaal vissersbootjes en vrachtscheepjes. Het eiland is redelijk groot, maar kent alleen hele smalle weggetjes en paadjes, dus je kunt er mooi rondlopen zonder last te hebben van het verkeer en zien hoe de mensen daar leven. Een boottocht, zoals ik in My Tho gemaakt had, kun je daar ook maken, maar die boottochten stoppen steeds op dezelfde plekken en dan toch vooral bij zaken die vooral opgezet zijn voor het toerisme, zoals een ' tourist garden' (een groot terras met dure drankjes), een bepaald ambacht, dat ze aan het uitvoeren zijn, enzovoort. Dus na 1 boottocht had ik dat wel gezien. Het wandelen vond ik leuker: de mensen die ik tegenkwam waren niet gewend aan toeristen en erg aardig en enthousiast. Er zijn hele kleine, spotgoedkope cafeetjes (terrasjes); op 1 ervan ging ik zitten om wat koffie te drinken en al snel werd ik omgeven door een groepje nieuwsgierige mensen, die iedere beweging van mij nauwkeurig gadesloegen. Ze spraken geen Engels, maar deden toch moeite om op een of andere manier met mij te communiceren, bijvoorbeeld door naar zichzelf te wijzen en 'Vietnam!' te roepen. Ik wijs dan naar mezelf en zeg 'Holland!' en dan lachen ze en zeggen ze 'Oooh!' Ook boden ze mij meteen een glas lokaal distillaat (een soort rijstwijn) aan. Op een gegeven moment zij een kind ineens 'How are you!' en zijn ouders moesten daar hard om lachen en waren er erg trots op dat hun zoontje Engels sprak. Ook al verstond hij mijn antwoord niet echt, geloof ik. Later heb ik geprobeerd wat kindertjes op de foto te zetten maar deze waren bang voor het fototoestel en renden weg.

's Middags met de bus naar Sa Dec gegaan en daar wat rondgelopen (hele mooie markt aan de Mekong). De heenweg probeerde de buschauffeur mij wat teveel in rekening te brengen (gebeurt hier in Vietnam regelmatig, vooral als je zo maar op een bus springt zonder dat je van tevoren een ticket heb gekocht), maar de terugweg werd ik meegenomen door een minibus waarvan degene die naast de chauffeur zat heel goed Engels sprak en het leuk vond om met me te praten, en toen ik eruit moest en mijn portemonnee te voorschijn haalde was de bus al aan het optrekken en hij riep mij na: 'No money!'. Dat was dus eens een keer een gratis rit.

Teruggegaan naar Saigon en van daaruit met een 'Open Bus' naar Mui Ne gegaan. Een 'Open Bus' is een bus die tussen een beperkt aantal toeristische plaatsen in Vietnam heen en weer rijdt. Deze bussen zijn extreem toeristisch en niet erg comfortabel, maar zijn voor bepaalde trajecten erg handig. Het kleine kustplaatsje Mui Ne bijvoorbeeld, dat aan een doodlopende weg ligt, is anders behoorlijk moeilijk bereikbaar. En als je er een ticket voor koopt krijg je een uur gratis Internet. Wel staan ze bekend om het feit, dat de buschauffeurs je bij aankomst vaak proberen te slijten aan hotels waar ze commissie krijgen (dit zijn vaak niet de meest aantrekkelijke hotels), maar daar hoef je natuurlijk niet in mee te gaan. Na 4 uur rijden aangekomen in Mui Ne, een klein, rustig plaatsje aan het einde van een doodlopende weg van 15 km, met een prachtig strand. Dit strand is mooi, lang en erg rustig: ideaal om eens een dagje uit te rusten en eens lekker in zee te zwemmen. Het is hier dus wel toeristisch (wat dat betreft heel anders dan in de Mekongdelta), maar druk kun je het niet noemen: op het strand voor mijn guest house kun je in totaal hooguit 6 mensen zien, waarvan er misschien 2 aan het zwemmen zijn. Verder is er hier niet veel te doen, behalve wat rode zandduinen, waar je een tochtje heen zou kunnen maken. Voor mij is dit voor een dag leuk, maar niet een plek om al te lang te blijven: morgen vertrek ik naar Dalat, een stad in de binnenlanden, die hoger ligt en waar het koeler is.