Maleisie
Door: Reinder
18 Juni 2006 | Maleisië, Cameron Highlands
Hallo allemaal!
Het is lang geleden dat ik voor het laatst deze weblog bijgehouden heb en dat was in Chengdu, China. Na die tijd heb ik heel wat afstanden afgelegd, zij het deze keer niet allemaal over land, maar voor een groot deel ook per vliegtuig. Na een bezoek aan het mooie Guilin en Yangshuo ben ik naar Macau, een oude Portugese kolonie, gegaan. Van daaruit ben ik nog een dagje naar Hong Kong geweest en toen heb ik China verlaten: ik ben van Macau naar Bangkok gevlogen. Na een paar dagen in Bangkok ben ik een weekje in Cambodja geweest, vooral om de tempelruines van Angkor Wat te bezoeken. Mooi. Maar de nabij gelegen stad Siem Reap is niet echt prettig te noemen: chaotisch, vies en lelijk. Het regende daar ook een paar keer ontzettend hard en lang en er viel zoveel water, dat ik mijn guest house niet meer zonder natte voeten kon bereiken.
Daarna vanuit Siem Reap naar Kuala Lumpur gevlogen. Het komt er dus op neer, dat ik vanuit China dus 'terug' afgezakt naar de tropen, via Bangkok, waar ik begonnen ben, en daarna nog wat verder naar het zuiden. En nu zit ik dus in Maleisie.
Gisteren ben ik van het eilandje Pulau Tioman, voor de oostkust van het Maleisische schiereiland (West-Maleisie), gekomen. Een heel mooi eiland: een paar dorpjes die onderling alleen per boot bereikbaar zijn, prachtige, rustige zandstranden, apen en ontzettend grote hagedissen. Van die hagedissen kun je behoorlijk schrikken, als ze ineens voor je bewegen, want ze zijn zo'n beetje zo groot als krokodillen. Er is maar 1 km weg (in 1 van de dorpjes) met nauwelijks voertuigen, voor de rest alleen maar paadjes. Er zijn wat toeristen, maar niet al te veel. Dit zijn zowel backpackers als typische strandtoeristen met badlakens die alleen al zo groot zijn dat ze een hele rugzak zouden vullen. De lokale bevolking is heel vriendelijk en er heerst een erg gemoedelijke sfeer. Sommige toeristen blijven daar dan ook weken lang. Ook al is er niet heel veel te doen: overdag kun je wat wandelen of zwemmen, 's avonds kun je wat biertjes drinken in wat gezellige barretjes. Volgens sommige lokale bordjes en kaarten waren er wandelpaden tussen het dorpje, waar ik sliep, en twee andere dorpjes op het eiland, maar deze paden bleken overgroeid en moeilijk te vinden. Heel erg ver kun je er dus niet wandelen.
Maar het is er lang zo druk, lawaaierig en chaotisch niet als op sommige Thaise eilanden en stranden. Ook zijn er trouwens geen honden op het hele eiland; er zijn alleen katten en die hebben gek genoeg allemaal een bocht, kink of krul in de staart.
Maleisie is trouwens een naar Zuidoostaziatische begrippen erg welvarend en ordelijk land. En de mensen hier spreken ontzettend goed Engels en zijn erg vriendelijk. Wel is het zeker het duurste land waar ik in deze trip geweest ben. Een stad als Kuala Lumpur barst van de winkelcentra met dure modewinkels etcetera. Er leven hier drie bevolkingsgroepen naast elkaar: de Chinezen, de Indiers en de Maleiers. De Chinese invloed is hier erg groot: vooral in de hoofdstad en aan de westkust zijn erg veel Chinezen en die hebben hun eigen cultuur behouden en spreken behalve Maleis en Engels ook Kantonees en/of Mandarijn. De Indiers zijn in de koloniale tijd door de Engelsen uit Zuid-India gehaald om hier te werken. De Maleiers zijn hetzelfde volk als dat van Indonesie.
De Maleiers domineren hier de politiek en de Chinezen de handel.
In Kuala Lumpur is een groot Chinatown en een Indiase buurt (Little India), maar deze drie bevolkingsgroepen zie je in feite gemengd door de hele stad heen. Je kunt er dan ook overal zowel Maleis, Chinees als Zuidindiaas eten. Vaak erg lekker.
In China vond ik het eten vaak ook lekker, alleen voelt je mond daar na het eten soms alsof je rechtstreeks van een fles olie gedronken hebt, zoveel olie gebruiken ze soms bij het bakken.
De world cup is hier trouwens niet te missen: erg populair in de media en als gespreksonderwerp, en de wedstrijden worden overal live getoond, ondanks het feit dat het hier dan midden in de nacht is.
Nu ben ik in de Cameron Highlands, een oud Engels hill station in het binnenland: een mooi heuvellandschap met een weelderige jungle en theeplantages. Doordat het hier hoog gelegen is, is het hier lekker koel.
Groeten!
Reinder
Het is lang geleden dat ik voor het laatst deze weblog bijgehouden heb en dat was in Chengdu, China. Na die tijd heb ik heel wat afstanden afgelegd, zij het deze keer niet allemaal over land, maar voor een groot deel ook per vliegtuig. Na een bezoek aan het mooie Guilin en Yangshuo ben ik naar Macau, een oude Portugese kolonie, gegaan. Van daaruit ben ik nog een dagje naar Hong Kong geweest en toen heb ik China verlaten: ik ben van Macau naar Bangkok gevlogen. Na een paar dagen in Bangkok ben ik een weekje in Cambodja geweest, vooral om de tempelruines van Angkor Wat te bezoeken. Mooi. Maar de nabij gelegen stad Siem Reap is niet echt prettig te noemen: chaotisch, vies en lelijk. Het regende daar ook een paar keer ontzettend hard en lang en er viel zoveel water, dat ik mijn guest house niet meer zonder natte voeten kon bereiken.
Daarna vanuit Siem Reap naar Kuala Lumpur gevlogen. Het komt er dus op neer, dat ik vanuit China dus 'terug' afgezakt naar de tropen, via Bangkok, waar ik begonnen ben, en daarna nog wat verder naar het zuiden. En nu zit ik dus in Maleisie.
Gisteren ben ik van het eilandje Pulau Tioman, voor de oostkust van het Maleisische schiereiland (West-Maleisie), gekomen. Een heel mooi eiland: een paar dorpjes die onderling alleen per boot bereikbaar zijn, prachtige, rustige zandstranden, apen en ontzettend grote hagedissen. Van die hagedissen kun je behoorlijk schrikken, als ze ineens voor je bewegen, want ze zijn zo'n beetje zo groot als krokodillen. Er is maar 1 km weg (in 1 van de dorpjes) met nauwelijks voertuigen, voor de rest alleen maar paadjes. Er zijn wat toeristen, maar niet al te veel. Dit zijn zowel backpackers als typische strandtoeristen met badlakens die alleen al zo groot zijn dat ze een hele rugzak zouden vullen. De lokale bevolking is heel vriendelijk en er heerst een erg gemoedelijke sfeer. Sommige toeristen blijven daar dan ook weken lang. Ook al is er niet heel veel te doen: overdag kun je wat wandelen of zwemmen, 's avonds kun je wat biertjes drinken in wat gezellige barretjes. Volgens sommige lokale bordjes en kaarten waren er wandelpaden tussen het dorpje, waar ik sliep, en twee andere dorpjes op het eiland, maar deze paden bleken overgroeid en moeilijk te vinden. Heel erg ver kun je er dus niet wandelen.
Maar het is er lang zo druk, lawaaierig en chaotisch niet als op sommige Thaise eilanden en stranden. Ook zijn er trouwens geen honden op het hele eiland; er zijn alleen katten en die hebben gek genoeg allemaal een bocht, kink of krul in de staart.
Maleisie is trouwens een naar Zuidoostaziatische begrippen erg welvarend en ordelijk land. En de mensen hier spreken ontzettend goed Engels en zijn erg vriendelijk. Wel is het zeker het duurste land waar ik in deze trip geweest ben. Een stad als Kuala Lumpur barst van de winkelcentra met dure modewinkels etcetera. Er leven hier drie bevolkingsgroepen naast elkaar: de Chinezen, de Indiers en de Maleiers. De Chinese invloed is hier erg groot: vooral in de hoofdstad en aan de westkust zijn erg veel Chinezen en die hebben hun eigen cultuur behouden en spreken behalve Maleis en Engels ook Kantonees en/of Mandarijn. De Indiers zijn in de koloniale tijd door de Engelsen uit Zuid-India gehaald om hier te werken. De Maleiers zijn hetzelfde volk als dat van Indonesie.
De Maleiers domineren hier de politiek en de Chinezen de handel.
In Kuala Lumpur is een groot Chinatown en een Indiase buurt (Little India), maar deze drie bevolkingsgroepen zie je in feite gemengd door de hele stad heen. Je kunt er dan ook overal zowel Maleis, Chinees als Zuidindiaas eten. Vaak erg lekker.
In China vond ik het eten vaak ook lekker, alleen voelt je mond daar na het eten soms alsof je rechtstreeks van een fles olie gedronken hebt, zoveel olie gebruiken ze soms bij het bakken.
De world cup is hier trouwens niet te missen: erg populair in de media en als gespreksonderwerp, en de wedstrijden worden overal live getoond, ondanks het feit dat het hier dan midden in de nacht is.
Nu ben ik in de Cameron Highlands, een oud Engels hill station in het binnenland: een mooi heuvellandschap met een weelderige jungle en theeplantages. Doordat het hier hoog gelegen is, is het hier lekker koel.
Groeten!
Reinder
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley