In de Chinese bergen
Door: Reinder
09 Mei 2006 | China, Lijiang
Hallo allemaal,
In Kunming, mijn eerste plaats in China, ben ik vier dagen gebleven om van alle comfort en luxe daar te genieten; bovendien is er daar in de omgeving van alles te doen, zoals een wandeling door de Western Hills. Daar zie je dat de buitenwijken van Kunming er vrij armoedig uitzien vergeleken met het centrum, maar ja, als je net uit Zuidoost Azie komt mag dat geen naam hebben; bovendien zie je ook, dat ze overal bezig zijn met het bouwen van nieuwe snelwegen en woonwijken. Alles wat oud is wordt in Kunming trouwens afgebroken en vervangen door boulevards met winkels erlangs en flats erboven; klinkt erg saai, maar ik moet zeggen dat het een verbazend aangename en mooi aangelegde stad is; er zijn veel mooie cafees en restaurantjes (zien er smaakvol uit: niet chic, relaxed, geen kitsch; nee, geen enkel restaurant ziet eruit zoals een Chinees restaurant in Nederland; ik heb zelfs geen enkele gezien met een rood interieur) waar je gerechten uit de hele wereld kunt eten en de parken zijn er ook erg mooi en als je daar rondloopt zie je Chinezen die aan het relaxen zijn: mooi gekleurd gekleed, langzaam rondlopend, kaartend, Chinees schakend en er wordt zelfs spontaan met luide stem gezongen en muziek gemaakt. Ik heb wel gehoord dat Kunming veel aangenamer is dan de gemiddelde Chinese stad, die toch nogal vies en onaangenaam zou zijn, maar ja: zelf nog niet gezien, want tot nu toe nog in geen enkele andere Chinese grote stad geweest.
In Kunming is trouwens ook een gigantische Carrefour (ja, de Franse supermarktketen) met parkeergarage eronder. Deze Carrefour heeft wel een totaal ander assortiment dan in Frankrijk, zoals een afdeling met 20 verschillende soorten honing die je zelf in plastic bekers moet scheppen en afwegen, en.. een afdeling met levende schildpadden, kikkers en vissen in water, die je zelf met een schepnet moet vangen en afwegen (hier wou ik een foto van maken, maar dat mocht niet).
Toen ik Kunming wel gezien had stond ik voor de vraag: waar nu heen? Er waren verschillende mogelijkheden: Xishuanbanna, een arme, ruige, tropische regio die qua klimaat en cultuur een beetje op Laos en Noord-Thailand lijkt (in deze tijd van het jaar erg heet dus), de trein nemen naar het oosten of noorden van China (Beijing, Shanghai, Guilin, noem maar op) of naar het noordwesten, de Himalaya in. Natuurlijk is het dit laatste geworden: ik was nu in de buurt van dit best wel afgelegen gebied (dat aan Tibet grenst), en mei is DE tijd van het jaar om naar dit gebied te gaan, want: niet te koud meer, alle sneeuw is net gesmolten, en de regentijd is nog niet begonnen (begint hier in juni), zodat je makkelijk kunt wandelen. En het is een hooggelegen gebied (de dalen liggen boven de 2000 meter, de toppen zijn hoger dan 5000 meter), zodat het erg lekker weer is: in het grootste deel van China is het in mei namelijk al flink warm.
Dus de bus richting noordwesten genomen; Dali maar overgeslagen (je kunt niet overal naar toe) en meteen doorgegaan naar het mooie Lijiang, dat op 2400 meter hoogte ligt. Hier heb je uitzicht op een hoge berg van over de 5000 meter met gletsjers en eeuwige sneeuw, en de oude stad van Lijiang is groot, typisch Chinees en erg pittoresk: een wirwar van steegjes met allemaal houten huizen met typisch Chinese daken; door het stadje lopen allemaal kanaaltjes met snelstromend, heel helder en schoon water met ontzettend veel goudvissen erin. Alleen jammer dat een paar dagen na mijn aankomst hier de Chinese 1 meivakantie begon (1 mei en de week er na; 1 van de slechts drie weken verspreid over het jaar dat alle Chinesen ieder jaar vakantie hebben; en allemaal tegelijkertijd). Door de toenemende rijkdom van China wordt het reizen en het toerisme onder de Chinezen steeds populairder, en Lijiang is ook bij Chinezen een populaire bestemming. Dus erg druk! Maar dit is nu weer helemaal voorbij. Dit is een land dat echt booming is; om maar wat te noemen: de verwachting is volgens de Chinezen dat het aantal vliegtuigen waarmee binnenlandse vluchten in China gevlogen worden tussen nu en 2010 verdubbelt; verder worden er overal nieuwe snelwegen, spoorlijnen (er is net een gigantisch lange spoorlijn naar Tibet klaar) en zeehavens gebouwd (een van deze nieuw te bouwen zeehavens aan de oostkust zal volgens de Chinezen per spoor verbonden worden met Rotterdam via een nieuwe spoorweg die vanuit China noordwestwaarts Rusland in gaat). Overdreven of niet: zeker is dat dit land enorm snel aan het groeien is.
Na een paar dagen in Lijiang ben ik de bergen ingegaan, en wel te voet, de Tiger Leaping Gorge in. Dit was heel erg mooi en ik ben er wel vier dagen gebleven, al wandelend met mijn rugzak, van guest house naar guest house. Op het pad hoog boven de kloof heb je een prachtig uitzicht naar de hoge scherpe en besneeuwde pieken aan de overkant. Echt schitterend, en een erg relaxed gebied om in te wandelen, omdat de dorpjes er afgelegen en mooi zijn, de mensen erg vriendelijk zijn en men er wel wat toeristen gewend is, zodat er bijvoorbeeld Engelse menukaarten zijn, terwijl het er ook weer niet te druk is. In deze gorge viel het met de vakantie vierende Chinezen nog wel mee, want het wandelen en backpacken is onder de Chinezen nog niet zo heel erg populair (maar begint wel te komen onder jongeren/studenten uit de steden, die trouwens veelal redelijk Engels spreken); wel ben ik in die gorge daar naast wat 'gewone' westerse backpackers verschillende in China werkende westerlingen daar tegengekomen (werken in Shanghai of een andere stad en vallen dus onder hetzelfde vakantieregime).
In een van deze guest houses at ik samen met vier andere backpackers en omdat we allemaal erge honger hadden door het vele wandelen en klimmen besloten we om zoals de Chinezen te gaan eten, namelijk veel verschillende gerechten bestellen (de Chinezen bestellen meestal minstens twee per persoon, ook al zijn de porties hier altijd behoorlijk groot) en dit samen opeten (schotels in het midden en hiervan allemaal met stokjes op rijst in eigen kommetje gooien en dan met stokjes opeten). Alleen laten de Chinezen altijd een heleboel eten over en daar kwam het bij ons niet van (we hadden erge honger); ook lag er na het eten niet zoveel op tafel en op de grond, maar ja, we spuugden dan ook niets uit en veegden ook geen dingen van onze kommetjes die we niet lekker vonden, zoals de Chinezen doen. In sommige Chinese restaurants (vooral op het platteland) is de vloer glad van de uitgespuugde etensresten. Wat dat betreft gaat het er hier heel anders aan toe dan in de schone, beschaafde Zuidoostaziatische landen, waar ik geweest ben, waar je soms niet eens met schoenen naar binnen mag omdat de vloer anders te vies wordt.
In totaal bestelden wij negen gerechten en alles kwam net bijna op (de twee backpackers aan de tafel naast ons raakten door ons geinspireerd en bestelden ook 6 gerechten).
Eergisteren teruggekomen in Lijiang en gisteren een dagje in Shigu geweest, waar ik ook een mooie wandeling gemaakt heb. Terrassen en hele kleine graanakkertjes, waarin ze nu bezig zijn het graan met de hand te oogsten en het stro wordt in een mand op de rug thuisgebracht. Op het weggetje waar ik liep liepen koeien met kalveren en al van stro, dat langs de weg neergelegd was, te eten. De moderniteit, die de snel groeiende economie met zich meebrengt, is tot dit soort afgelegen dorpen op het nog arme platteland nog niet doorgedrongen, ook al ziet het er lang zo arm niet uit als bijvoorbeeld Laos. Shigu is een klein dorp, waar weinig toeristen komen en geen mens Engels spreekt en je kunt er alleen maar rijst en noedels eten. In de kleine dorpen in deze omgeving zijn de mensen trouwens geen 'gewone' Han-Chinezen, maar Naxi's, een soort Tibetaans ras; ze spreken hun eigen taal en de ouderen dragen een typische klederdracht; ze hebben een aparte blik in hun ogen, anders dan die van de gewone Chinezen.
Het communiceren met de lokale bevolking gaat in de niet-toeristische plaatsen in China moeilijker dan in andere Aziatische landen, waar ik geweest ben, waar ook wel gebieden zijn waar weinig toeristen komen en waar ze geen Engels praten. Dit komt vooral, doordat vooral bij de ouderen het feit dat iemand geen Chinees begrijpt wel totaal 'beyond comprehension' lijkt. Als je het Chinees niet begrijpt zeggen ze het gewoon nog een keer maar dan harder; ik heb zelfs toeristen gehoord die waren erg langdurig aangesproken door een oude man en toen ze het klaarblijkelijk nog niet begrepen heeft de goede man geprobeerd het hen duidelijk te maken door Chinese karakters op te schrijven! Verder is de gebarentaal hier, die veel gebruikt wordt en door de Chinezen zelf natuurlijk als universeel begrepen beschouwd wordt, voor ons totaal onbegrijpelijk. En het zelf uitspreken van het Chinees door uit een boekje voor te lezen is echt heel moeilijk (ook vergeleken met bijvoorbeeld Thais of Lao); dit wordt bijna nooit begrepen omdat je bijna altijd wel een toon verkeerd legt waardoor het woord net een andere betekenis krijgt. Ik heb al toeristen gehoord die de bus naar een verkeerde stad genomen hebben omdat ze de naam van de stad op het busstation probeerden uit te spreken (in plaats van de Chinese karakters te laten zien) en ik heb zelfs iemand gehoord, die dacht varkens- of rundvlees te bestellen, maar hondevlees kreeg. Nee, de enige oplossing is de Chinese karakters steeds te laten zien. Hiervoor is bijvoorbeeld een reisgids nodig die voor alle plaatsnamen de vertaling in Chinese karakters bevat. De Lonely Planet bijvoorbeeld. Deze is hier trouwens niet te koop: verboden, omdat hier een kaart in staat waarop Taiwan een andere kleur heeft dan China; ik ben ook iemand tegengekomen, wiens reisgids om die reden bij de grens in beslag genomen is.
Wat trouwens allemaal niets afdoet aan het feit dat ik de Chinezen over het algemeen heel vriendelijk vind. En het reizen hier kan in feite heel makkelijk zijn; sommige reizigers zullen niet eens iets merken van welk taalprobleem dan ook, omdat ze alleen in grote steden en toeristische plaatsen komen, waar altijd wel Engels gesproken wordt.
Volgende keer meer!
Reinder
In Kunming, mijn eerste plaats in China, ben ik vier dagen gebleven om van alle comfort en luxe daar te genieten; bovendien is er daar in de omgeving van alles te doen, zoals een wandeling door de Western Hills. Daar zie je dat de buitenwijken van Kunming er vrij armoedig uitzien vergeleken met het centrum, maar ja, als je net uit Zuidoost Azie komt mag dat geen naam hebben; bovendien zie je ook, dat ze overal bezig zijn met het bouwen van nieuwe snelwegen en woonwijken. Alles wat oud is wordt in Kunming trouwens afgebroken en vervangen door boulevards met winkels erlangs en flats erboven; klinkt erg saai, maar ik moet zeggen dat het een verbazend aangename en mooi aangelegde stad is; er zijn veel mooie cafees en restaurantjes (zien er smaakvol uit: niet chic, relaxed, geen kitsch; nee, geen enkel restaurant ziet eruit zoals een Chinees restaurant in Nederland; ik heb zelfs geen enkele gezien met een rood interieur) waar je gerechten uit de hele wereld kunt eten en de parken zijn er ook erg mooi en als je daar rondloopt zie je Chinezen die aan het relaxen zijn: mooi gekleurd gekleed, langzaam rondlopend, kaartend, Chinees schakend en er wordt zelfs spontaan met luide stem gezongen en muziek gemaakt. Ik heb wel gehoord dat Kunming veel aangenamer is dan de gemiddelde Chinese stad, die toch nogal vies en onaangenaam zou zijn, maar ja: zelf nog niet gezien, want tot nu toe nog in geen enkele andere Chinese grote stad geweest.
In Kunming is trouwens ook een gigantische Carrefour (ja, de Franse supermarktketen) met parkeergarage eronder. Deze Carrefour heeft wel een totaal ander assortiment dan in Frankrijk, zoals een afdeling met 20 verschillende soorten honing die je zelf in plastic bekers moet scheppen en afwegen, en.. een afdeling met levende schildpadden, kikkers en vissen in water, die je zelf met een schepnet moet vangen en afwegen (hier wou ik een foto van maken, maar dat mocht niet).
Toen ik Kunming wel gezien had stond ik voor de vraag: waar nu heen? Er waren verschillende mogelijkheden: Xishuanbanna, een arme, ruige, tropische regio die qua klimaat en cultuur een beetje op Laos en Noord-Thailand lijkt (in deze tijd van het jaar erg heet dus), de trein nemen naar het oosten of noorden van China (Beijing, Shanghai, Guilin, noem maar op) of naar het noordwesten, de Himalaya in. Natuurlijk is het dit laatste geworden: ik was nu in de buurt van dit best wel afgelegen gebied (dat aan Tibet grenst), en mei is DE tijd van het jaar om naar dit gebied te gaan, want: niet te koud meer, alle sneeuw is net gesmolten, en de regentijd is nog niet begonnen (begint hier in juni), zodat je makkelijk kunt wandelen. En het is een hooggelegen gebied (de dalen liggen boven de 2000 meter, de toppen zijn hoger dan 5000 meter), zodat het erg lekker weer is: in het grootste deel van China is het in mei namelijk al flink warm.
Dus de bus richting noordwesten genomen; Dali maar overgeslagen (je kunt niet overal naar toe) en meteen doorgegaan naar het mooie Lijiang, dat op 2400 meter hoogte ligt. Hier heb je uitzicht op een hoge berg van over de 5000 meter met gletsjers en eeuwige sneeuw, en de oude stad van Lijiang is groot, typisch Chinees en erg pittoresk: een wirwar van steegjes met allemaal houten huizen met typisch Chinese daken; door het stadje lopen allemaal kanaaltjes met snelstromend, heel helder en schoon water met ontzettend veel goudvissen erin. Alleen jammer dat een paar dagen na mijn aankomst hier de Chinese 1 meivakantie begon (1 mei en de week er na; 1 van de slechts drie weken verspreid over het jaar dat alle Chinesen ieder jaar vakantie hebben; en allemaal tegelijkertijd). Door de toenemende rijkdom van China wordt het reizen en het toerisme onder de Chinezen steeds populairder, en Lijiang is ook bij Chinezen een populaire bestemming. Dus erg druk! Maar dit is nu weer helemaal voorbij. Dit is een land dat echt booming is; om maar wat te noemen: de verwachting is volgens de Chinezen dat het aantal vliegtuigen waarmee binnenlandse vluchten in China gevlogen worden tussen nu en 2010 verdubbelt; verder worden er overal nieuwe snelwegen, spoorlijnen (er is net een gigantisch lange spoorlijn naar Tibet klaar) en zeehavens gebouwd (een van deze nieuw te bouwen zeehavens aan de oostkust zal volgens de Chinezen per spoor verbonden worden met Rotterdam via een nieuwe spoorweg die vanuit China noordwestwaarts Rusland in gaat). Overdreven of niet: zeker is dat dit land enorm snel aan het groeien is.
Na een paar dagen in Lijiang ben ik de bergen ingegaan, en wel te voet, de Tiger Leaping Gorge in. Dit was heel erg mooi en ik ben er wel vier dagen gebleven, al wandelend met mijn rugzak, van guest house naar guest house. Op het pad hoog boven de kloof heb je een prachtig uitzicht naar de hoge scherpe en besneeuwde pieken aan de overkant. Echt schitterend, en een erg relaxed gebied om in te wandelen, omdat de dorpjes er afgelegen en mooi zijn, de mensen erg vriendelijk zijn en men er wel wat toeristen gewend is, zodat er bijvoorbeeld Engelse menukaarten zijn, terwijl het er ook weer niet te druk is. In deze gorge viel het met de vakantie vierende Chinezen nog wel mee, want het wandelen en backpacken is onder de Chinezen nog niet zo heel erg populair (maar begint wel te komen onder jongeren/studenten uit de steden, die trouwens veelal redelijk Engels spreken); wel ben ik in die gorge daar naast wat 'gewone' westerse backpackers verschillende in China werkende westerlingen daar tegengekomen (werken in Shanghai of een andere stad en vallen dus onder hetzelfde vakantieregime).
In een van deze guest houses at ik samen met vier andere backpackers en omdat we allemaal erge honger hadden door het vele wandelen en klimmen besloten we om zoals de Chinezen te gaan eten, namelijk veel verschillende gerechten bestellen (de Chinezen bestellen meestal minstens twee per persoon, ook al zijn de porties hier altijd behoorlijk groot) en dit samen opeten (schotels in het midden en hiervan allemaal met stokjes op rijst in eigen kommetje gooien en dan met stokjes opeten). Alleen laten de Chinezen altijd een heleboel eten over en daar kwam het bij ons niet van (we hadden erge honger); ook lag er na het eten niet zoveel op tafel en op de grond, maar ja, we spuugden dan ook niets uit en veegden ook geen dingen van onze kommetjes die we niet lekker vonden, zoals de Chinezen doen. In sommige Chinese restaurants (vooral op het platteland) is de vloer glad van de uitgespuugde etensresten. Wat dat betreft gaat het er hier heel anders aan toe dan in de schone, beschaafde Zuidoostaziatische landen, waar ik geweest ben, waar je soms niet eens met schoenen naar binnen mag omdat de vloer anders te vies wordt.
In totaal bestelden wij negen gerechten en alles kwam net bijna op (de twee backpackers aan de tafel naast ons raakten door ons geinspireerd en bestelden ook 6 gerechten).
Eergisteren teruggekomen in Lijiang en gisteren een dagje in Shigu geweest, waar ik ook een mooie wandeling gemaakt heb. Terrassen en hele kleine graanakkertjes, waarin ze nu bezig zijn het graan met de hand te oogsten en het stro wordt in een mand op de rug thuisgebracht. Op het weggetje waar ik liep liepen koeien met kalveren en al van stro, dat langs de weg neergelegd was, te eten. De moderniteit, die de snel groeiende economie met zich meebrengt, is tot dit soort afgelegen dorpen op het nog arme platteland nog niet doorgedrongen, ook al ziet het er lang zo arm niet uit als bijvoorbeeld Laos. Shigu is een klein dorp, waar weinig toeristen komen en geen mens Engels spreekt en je kunt er alleen maar rijst en noedels eten. In de kleine dorpen in deze omgeving zijn de mensen trouwens geen 'gewone' Han-Chinezen, maar Naxi's, een soort Tibetaans ras; ze spreken hun eigen taal en de ouderen dragen een typische klederdracht; ze hebben een aparte blik in hun ogen, anders dan die van de gewone Chinezen.
Het communiceren met de lokale bevolking gaat in de niet-toeristische plaatsen in China moeilijker dan in andere Aziatische landen, waar ik geweest ben, waar ook wel gebieden zijn waar weinig toeristen komen en waar ze geen Engels praten. Dit komt vooral, doordat vooral bij de ouderen het feit dat iemand geen Chinees begrijpt wel totaal 'beyond comprehension' lijkt. Als je het Chinees niet begrijpt zeggen ze het gewoon nog een keer maar dan harder; ik heb zelfs toeristen gehoord die waren erg langdurig aangesproken door een oude man en toen ze het klaarblijkelijk nog niet begrepen heeft de goede man geprobeerd het hen duidelijk te maken door Chinese karakters op te schrijven! Verder is de gebarentaal hier, die veel gebruikt wordt en door de Chinezen zelf natuurlijk als universeel begrepen beschouwd wordt, voor ons totaal onbegrijpelijk. En het zelf uitspreken van het Chinees door uit een boekje voor te lezen is echt heel moeilijk (ook vergeleken met bijvoorbeeld Thais of Lao); dit wordt bijna nooit begrepen omdat je bijna altijd wel een toon verkeerd legt waardoor het woord net een andere betekenis krijgt. Ik heb al toeristen gehoord die de bus naar een verkeerde stad genomen hebben omdat ze de naam van de stad op het busstation probeerden uit te spreken (in plaats van de Chinese karakters te laten zien) en ik heb zelfs iemand gehoord, die dacht varkens- of rundvlees te bestellen, maar hondevlees kreeg. Nee, de enige oplossing is de Chinese karakters steeds te laten zien. Hiervoor is bijvoorbeeld een reisgids nodig die voor alle plaatsnamen de vertaling in Chinese karakters bevat. De Lonely Planet bijvoorbeeld. Deze is hier trouwens niet te koop: verboden, omdat hier een kaart in staat waarop Taiwan een andere kleur heeft dan China; ik ben ook iemand tegengekomen, wiens reisgids om die reden bij de grens in beslag genomen is.
Wat trouwens allemaal niets afdoet aan het feit dat ik de Chinezen over het algemeen heel vriendelijk vind. En het reizen hier kan in feite heel makkelijk zijn; sommige reizigers zullen niet eens iets merken van welk taalprobleem dan ook, omdat ze alleen in grote steden en toeristische plaatsen komen, waar altijd wel Engels gesproken wordt.
Volgende keer meer!
Reinder
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley